Kleine Brabantse worstenbroodjes

Worstenbroodjes; een echte Brabantse lekkernij. En aangezien ik een geboren en getogen Brabantse ben, ben ik daar ook mee opgegroeid. Een saucijzenbroodje is lekker, maar haalt het in de verste verte niet bij een worstenbroodje. Wat is het verschil, zul je misschien wel denken? Een saucijzenbroodje is een rolletje gekruid gehakt, gewikkeld in bladerdeeg. Een worstenbroodje is een rolletje gekruid gehakt ingepakt in wittebrooddeeg. In het westen van de provincie laten ze de zijkant open, en in het oosten (waar ik woon) worden de zijkanten dichtgemaakt.
Het is een serieuze bedoening. Er worden jaarlijks wedstrijden gehouden waar wordt gestreden om de titel van beste worstenbroodje. Vaak zijn er lokale partnerschappen tussen slagers (worstmix) en bakkers (brooddeeg) om samen tot het beste resultaat te komen.
Ik ben laatst op een cursus geweest om het maken ervan wat meer onder de knie te krijgen. We kregen les in het vormen van het gehakt, van het deeg en het inpakken van het worstje. Vervolgens werden de broodje gebakken in een houtgestookte oven. Blijkbaar in een van de nog weinig werkende exemplaren van Nederland.
Eenmaal thuis ben ik nog wat gaan spelen met de recept. Het is belangrijk om (grotendeels) varkensvlees te gebruiken. Vet is smaak. Als je te veel rundvlees gebruikt worden de broodjes te droog, en dat is ook niet lekker. Na veel proberen ben ik uiteindelijk tot de lekkerste kruidenmix gekomen. Het recept vind je hier. Mocht je nu de ingrediënten niet hebben, dan kun je ook gaan voor kant-en-klare gehaktkruiden, maar ik beloof je dat mijn mix een stuk lekkerder is. Ook heb ik er een iets kleinere variant worstenbroodjes van gemaakt. Een beetje handzamer dan de enorme broodjes die gebruikelijk zijn. Ik weeg mijn porties altijd af. Ik neem zo’n digitale weegschaal en weeg de porties een voor een af. Zo weet ik zeker dat alle broodje even groot zijn (en dus ook gelijkmatig bakken/garen). Niets is zo vervelend als een half-leeg broodje, of een te dunne broodlaag om een worstje heen. Had ik al gezegd dat het een serieuze bedoening is?
Deze broodjes smaken warm het lekkerst. Maar het is bijna een halsmisdaad om ze op te warmen in de magnetron. Je bent zo bezig met het maken van het perfecte broodje dan het zonde is om ze in de magnetron te stoppen. Het advies: pak ze losjes in in aluminiumfolie en verwarm de 8-10 minuten in een oven van 180˚C. Zo heb je de perfecte broodjes.
Afgekoeld zijn ze een paar dagen houdbaar in de koelkast, en je kunt ze ook prima invriezen. Laat ze dan voor het opwarmen ontdooien.

Wat heb je nodig voor 24-25 kleine broodjes?

75 ml warm water
1 tl suiker
1 tl gedroogde gist
375 g bloem
1 tl keukenzout
150 ml melk
35 g zachte, bijna gesmolten roomboter
500 g gemengd gehakt (70-75% varkens)
2,5 tl kruidenmix voor worstenbroodjes (of gehaktkruiden)
4 tl panko of paneermeel
1 ei
2 el melk

Aan de slag!

Los de suiker op in het warme water. Voeg de gist toe en laat 10 minuten staan tot de gist gaat schuimen.
Meng de bloem met het zout. Maak een kuiltje in de bloem en doe daar het gistmengsel, de melk en de boter in. Roer alles door elkaar en kneed tot een soepel deeg. Doe het deeg in een ingevette kom en dek af met huishoudfolie. Laat 30-45 minuten rijzen tot het deeg is verdubbeld.
Maak ondertussen de gehaktworstjes. Meng de kruiden en panko door het gehakt. Verdeel in porties van 22 gram en maak er worstjes van. Niet te dik en niet te dun. Ongeveer de lengte van een wijsvinger. Leg de worstjes in de koelkast om op te stijven.
Verdeel het gerezen deeg in stukjes van 25 gram. Maak er bolletjes van en laat ze nog eens 30 minuten rijzen.
Neem een deegbolletje. Rol met ze uit tot een ovaal lapje. Leg er in de lengte in het midden een worstje op en vouw de twee uiteinden over het worstje. Vouw nu beide lange kanten over het worstje heen en knijp de naden goed dicht.
Leg de worstenbroodjes met de naad naar beneden op een ingevette bakplaat. Laat nog een kwartier rijzen op een warme plek.
Klop het ei los met wat melk en bestrijk er de broodjes mee. Bak ze gedurende 13-15 minuten in een voorverwarmde oven van 180˚C tot ze gaar en goudbruin in. Laat iets afkoelen op een rooster.